Bo Claeys (Sint-Denijs, Kortrijk, Brussel, °1997) werkt op het snijvlak van materiaal, herinnering en ambacht. Haar praktijk vertrekt vanuit een fundamenteel respect voor de eerlijkheid van materialen en de wens te begrijpen waar grondstoffen vandaan komen, hoe ze worden verwerkt en hoe ze verder kunnen leven in een nieuwe vorm.
Ze werkt met natuurlijke materialen die dicht bij haar staan zoals leder, vissenleer, hout, wol, messing, klei, edelmetalen en (bijen)was — grondstoffen die leven, veranderen en sporen dragen van tijd en aanraking. In haar werk transformeert ze deze tot objecten en installaties die verhalen, emoties en ervaringen vasthouden. Het proces van maken is voor haar even belangrijk als het resultaat: een manier om te luisteren naar het materiaal, naar geschiedenis en naar de mensen die haar omringen.
Haar fascinatie voor huiden bracht haar tot het looien van leder uit landbouw en visserij, vaak afkomstig uit afvalstromen.
​
Ambacht en materiaalbewustzijn vormen een rode draad door haar familiegeschiedenis. Ze groeide op tussen goudsmeden, houtbewerkers en metaalbewerkers, en leerde in het atelier van haar nonkels lassen en met metaal werken. Die erfgoedlijn vormt de basis van haar artistieke praktijk, waarin vakmanschap, duurzaamheid en herinneringen samenkomen.
Haar werk is een voortdurende dialoog tussen traditie en vernieuwing — een zoektocht naar een poëtische materialiteit waarin ambacht, herinnering en verbeelding hand in hand gaan.
​


